Ita van Dijk en ik stellen elkaar elke vrijdag een vraag. Zo komen we steeds iets meer over elkaars werk te weten. En ik leer onder woorden brengen wat ik nou eigenlijk aan het doen ben.

Ita vroeg mij:

Zijn de mensen in je verhalen bestaande personen of verzin je ze zelf?

Zowel de personages als de gebeurtenissen zijn in fictie verzonnen. De locatie vaak ook. Het is alleen niet zo dat ik ervoor ga zitten en een personage karaktereigenschappen, uiterlijk en een geschiedenis meegeef. Het is geen aankleedpop. Meestal staat alleen de leeftijd vast. Soms is ook één eigenschap noodzaak. De rest lijkt er vanzelf aan te groeien.

Vanzelf?

Zonder dat ik me daarvan bewust ben, put mijn fantasie uit een soepje van herinneringen en ontmoetingen, en stelt daarvan iemand samen. Daaraan voegt het wat extra's toe tot er een heel nieuw personage staat. Vanwege dat soepje kun je wel ‘familietrekjes’ herkennen, maar het personage is vooral zichzelf.

Helemaal vanzelf gaat het ook weer niet. Ik moet er wel wat voor doen om de fantasie zijn werk te laten doen. In heel korte verhalen en anekdotes kan een plat karakter wel. Langere verhalen en (jeugd)romans hebben karakters nodig die voller zijn dan je in de letterlijke tekst terugleest. In de schrijfcursus bij Scriptplus kreeg ik daarvoor goede schrijfoefeningen: laat je personage een brief aan jou of een ander schrijven. Of nodig hem bij je thuis uit en kijk door zijn ogen naar jouw straat, jouw huis, naar jou.

Verrassing

Laatst vroeg iemand naar een nogal uitgesproken personage in een verhaal waar ik mee bezig was. Ze was zo specifiek, ze moest wel op een echt iemand zijn gebaseerd. Ik had geen idee. Ik wist alleen dat ze net zulk haar had als mijn vroegere buurmeisje. Pas veel later realiseerde ik me dat haar gedrag overeenkwam met dat van mijn broer. Maar door verschil in sekse en verschil in vaardigheden, had ik dat niet eerder gezien. Meteen besefte ik ook dat de hoofdpersoon, een jongen, op haar reageerde, zoals ik als kind op mijn broer reageerde. Mijn personages en ik, wij worden vrolijk van verrassingen.

vrijdagvraag

Elke vrijdag beantwoord ik een vraag. Wil je me ook een vraag stellen over mijn werk met verhalen? Welkom! Nu kan dat alleen via het contactformulier. Aan een reactiemogelijkheid onder het blog wordt gewerkt. 

Waarom ik verhalen schrijf? Omdat ik van verhalen houd.
Verhalen zijn vrijheid. Ze laten zich niet beperken door zwaartekracht en grenzen. 
Hun variaties en mogelijkheden zijn oneindig. Nooit zijn alle mogelijke verhalen verteld.
Hoe langer ik me bezighoud met verhalen, hoe meer zachte krachten ik aan ze ontdek.
Ik noem er twee. 

Een goed verhaal is een reis. Het neemt onze gedachten en aandacht mee en geeft een kijkje in een ander leven, een andere wereld. Dat verruimt onze blik. 

Een verhaal is een eilandje orde in een zee van chaos.
Het dagelijks leven is een chaos. Gebeurtenissen, toevalligheden en indrukken - alles door elkaar heen. We moeten wel ordenen, anders raken we de kluts kwijt. Dus selecteren we wat belangrijk is, leggen verbanden tussen gevolgen en oorzaken, en proberen te vergeten of te negeren wat onbelangrijk is of nergens verband mee lijkt te houden. In een verhaal is dat allemaal al voor ons gedaan. Elk detail in een verhaal heeft zin, alles hangt samen met de plot.
Verhalen kunnen zonder moeterigheid mensen helpen ook hun eigen leven samenhang en zin te geven.

Ik deel mijn plezier in verhalen graag met kinderen en volwassenen die er net zo van kunnen genieten.