Duizend manieren om te gaan
Gaan - van A naar B bijvoorbeeld - is een vage manier om beweging aan te duiden. Concreter is beter. Want met vage aanduidingen laat je je lezers langs het verhaal zweven. Het helpt ze niet om zich betrokken te voelen bij je personage.
Ik loop, jij loopt, hij loopt, wij lopen
Lopen is al iets concreter. We weten nu dat het personage niet met fiets, auto of helikopter gaat, maar het ene been voor het andere zet. Maar het kan nog veel concreter. De manier waarop iemand loopt, laat zien wat hij voelt. Het maakt nogal uit of iemand slentert, marcheert, draaft of voetje voor voetje schuifelt.
In één goedgekozen werkwoord kun je dus veel informatie kwijt. Dat helpt je bij het principe 'show, don't tell'.
Zo vind je een goed woord
Om het juiste woord te kiezen kun je twee dingen doen. Ik combineer ze liefst beide.